De Sneeuw Bronnen in de Sierra Espuña.

De Sierra Espuña is een prachtig gebied om in te wandelen en we komen er dus ook graag en geregeld.

Afgelopen zaterdag hebben we ook weer de Sneeuw bronnen bezocht, de zogenaamde Pozos de Nieve.

Pozos de Nieve

Deze sneeuwbronnen dienden als ijsfabrieken en lagen midden in de Sierra Espuña op 1400 meter boven zeeniveau. De putten zijn verdeeld over twee kernen die minder dan 1 km van elkaar verwijderd zijn.
Tot 1926, toen een ijsfabriek in Totana werd geopend, fungeerde deze pozos de nieve bijna vier eeuwen (16e – 20e eeuw) als ijsleveranciers van de regio.

Honderden mensen werkten hier met als enig doel ijs naar de omliggende steden te brengen.
Ondanks het ontbreken van koelkasten kon men zo voedsel bewaren en koele drankjes, zelfs ijs serveren dankzij het werk dat veel mensen in deze eigenaardige constructies verrichtten.
De putten zijn gebouwd met stenen, zand, hout, gips, kalk uit de directe omgeving. De arbeiders brachten de sneeuw in deze 7 meter diepe koepels, tot aan de toegangspoorten. De koepels fungeerde als een luchtkamer om de temperatuur op peil te houden.
Men bouwde de putten juist hier door de hoge ligging, de frequente sneeuwval, minder opwarming door de zon, daar dit gebied vrij schaduwrijk was. Het smeltwater liep door de hellingsgraad natuurlijk de berg af, wat ook een voordeel was.

Van de 38 bestaande sneeuwputten in de regio bevinden zich er 25 in Sierra Espuña , gegroepeerd in twee groepen naar bestemming. Zo waren er de hutten van met bestemming Murcia, Cartagena en op een bijvoorbeeld ook Lorca en Orihuela. De enige voorwaarde was dat de stad niet verder dan 75 kilometer verwijderd mocht zijn.

De eerste dagloners arriveerden aan het begin van de herfst in de bergen om de putten schoon te maken en brandhout te verzamelen voor de omliggende hutten waar ze overwinterden. Met de eerste sneeuw stroomden een groot aantal zogenaamde braceros naar de Sierra, afkomstig uit Alhama, Totana, Aledo, Pliego en Mula. Ze waren georganiseerd in teams om sneeuw te verzamelen, naar de put te transporteren waar het werd verspreid en verdicht met hamers. In elke put werkten maximaal negen mensen, die elkaar afwisselden
De campagne eindigde als de sneeuw was gesmolten of de putten waren gevuld en daarna keerden de arbeiders terug naar hun plaatsen van herkomst.

Wanneer de hitte begon in mei begon de tweede fase in de sneeuwindustrie, die bestond uit het halen van het ijs uit de putten en het daaropvolgende transport naar de plaatsen waar het werd verkocht. Het transport van ijs op de rug van muilezels naar de consumptiecentra gebeurde ´nachts over oude muilezelpaden. Men verloor tijdens het transport vijftig procent van het gewicht aan ijs.
Het transport- en distributiewerk eindigde in september. Om een idee te geven, in een stad als Murcia werd in 1794 450.000 kilo ijs verkocht.

Foto´s van afgelopen zaterdag voeg ik hieronder bij:

De onderstaande wandeling deden we bij de ingang van de Sierra Espuña aan de Totana kant van het park:

https://www.komoot.com/nl-nl/tour/1048346737?ref=wtd

Wout heeft deze op Komoot gezet.